Iemand met een dwangstoornis heeft een sterke drang om bepaalde handelingen uit te voeren. De handelingen moeten volgens een bepaald patroon uitgevoerd worden, anders voelt het alsof er iets vreselijks kan gebeuren. De dwang kan zo veel tijd kosten dat een normaal dagelijks leven onmogelijk wordt.

Meest voorkomende dwangstoornissen

Bepaalde gedachten en handelingen komen bij dwangstoornissen veel voor. Vaak hebben mensen last van meerdere vormen tegelijk. De meest voorkomende dwangstoornissen zijn:

• Was-, schoonmaak- of poetsdwang (smetvrees)
  Angst voor vuil en besmetting. Sommige mensen schrobben urenlang hun handen of durven niemand een hand te geven. Anderen moeten na elk uitstapje douchen of stofzuigen elke dag urenlang.
• Controle dwang
  Steeds opnieuw van alles controleren. Bijvoorbeeld of het gas uit is, de voordeur wel op slot is en of de auto in de garage staat. Vaak moeten de handelingen een aantal keren worden herhaald.
• Dwang gedachten over geweld
  Iemand ziet in zijn hoofd beelden dat hij iemand aanvalt of aanrijdt en is bang dat hij dit echt gaat uitvoeren.
• Dwangmatige perfectie of netheid
  Voortdurend denken aan dingen die niet netjes of perfect zijn gedaan. Urenlang bezig zijn om dingen recht te zetten en op te ruimen.

Oorzaken van dwang

Waarschijnlijk ontstaat een dwangstoornis door een combinatie van factoren; er is niet duidelijk één oorzaak aan te geven.

• Erfelijkheid speelt een rol.
• Of een ingrijpende levensgebeurtenis, zoals een lichamelijke ziekte, bevalling, verhuizing of andere baan.
• Er kan sprake zijn van hersenbeschadiging, bijvoorbeeld door zuurstofgebrek tijdens de geboorte, of er zijn neurologische afwijkingen.